WISa21
Bieden van
CONTEXT
Probeer context te bieden door de leerlingen zelf theorie te laten ondervinden.​ Zo beantwoord je de veel gestelde vraag 'Waarom is dat zo?'
​
BESCHIKBAAR MATERIAAL:
Instap: Is dit hetzelfde?
Geef de leerlingen uit te rekenen oefeningen. Laat de leerlingen de oefening uitrekenen. Daarna laat je hen de oefening ook nog eens op de correcte manier oplossen.
Als laatste laat je hen de oefening berekenen met de rekenmachine.
​
Voorbeeld:
Aantonen dat je altijd van links naar rechts moet uitrekenen:
​
5 - 3 + 2
​
Fout: 5 - 5 = 0
Juist: 2 + 2 = 4
Rekenmachine: 4
​
​
Aantonen dat de vermenigvuldiging voorrang heeft op plus en min:
​
5 - 3 . 2
​
Fout: 2 . 2 = 4
Juist: 5 - 6 = - 6
Rekenmachine: - 6
Theorie : via een kijkopdracht
Laat de leerlingen een filmpje bekijken waarin de oefening wordt opgelost. Vraag hen om de stappen die de persoon onderneemt op te schrijven. Zo leren de leerlingen de stappen herkennen.
​
Tip:
Geef eventueel aan de leerlingen mee wat het aantal stappen zijn die ze kunnen terugvinden.
Uitlokken van
INTERACTIE
Door over de theorie te praten, wordt de theorie verwerkt. In interactie gaan met elkaar zorgt ook voor een verbreding van het wiskundig taalbegrip.
​
BESCHIKBAAR MATERIAAL:
Lijst: Passende actieve werkvormen
-
Placemat
-
Denken-delen-uitwisselen
-
Aan het bord
-
Genummerde hoofden
Download:
Informatie bij de actieve werkvormen die je kan toepassen tijdens de oefenmomenten rond het oplossen van vraagstukken.
Spel : Wie ben ik?
Maak een 'Wie ben ik'- spel met oefeningen op de volgorde van bewerking. Elke leerling krijgt dan een specifieke oefening die de andere leerling probeert te raden. Dit kan enkel met de kennis over de volgorde van bewerkingen en het nodige rekenwerk.
​
Tips:
-
Zorg dat meerdere oefening eenzelfde antwoord uitkomen.
​
De leerlingen kunnen de vraag stellen:
'Is de uitkomst van jouw oefening gelijk aan 10?'
​
-
Zorg dat bewerkingen meerdere keren terugkomen in verschillende oefeningen.
Voorzien van
TAALSTEUN
Bied in het begin veel taalsteun. Bouw deze taalsteun af volgens de individuele noden van de leerling.
​
BESCHIKBAAR MATERIAAL:
Stap voor stap : Scaffolding
Scaffolding is de strategie waarbij je de leerlingen in het begin veel ondersteuning biedt bij het oplossen van oefeningen. Langzamerhand zal je deze ondersteuning verminderen, dit natuurlijk aangepast aan het niveau van de leerling.
​
​Voorstel:
NIVEAU 1: Biedt de leerlingen eerst een volledig in woorden uitgeschreven stappenplan aan voor het oplossen van deze oefeningen. Voorzie hier ook uitgeschreven vragen die de leerlingen helpen bij het oplossen.
​
NIVEAU 2: Schakel daarna over op een kort stappenplan in woorden.
​
NIVEAU 3: Kies nu voor een heel eenvoudig stappenplan met symbolen.
​
NIVEAU 4: Geen stappenplan meer op papier. De leerling zou nu in staat moeten zijn om dit automatisch toe te passen tijdens het oplossen van oefeningen.
Algemeen: Stappenplan volgorde van bewerkingen
UItgewerkt met herkenbare symbolen.
Credits to: Laura Bral
​
​Download:
Stappenplan.